Wat is het?
Ook op de armen kan vet ontstaan. Deze vetophopingen rond de bovenarmen kunnen goed met liposuctie behandeld worden. De vetophopingen kunnen worden weggezogen waardoor je vorm van je armen verbetert. Voorwaarde voor deze ingreep is dat je huid voldoende elastisch is.
Behandeling
Liposuctie vindt plaats onder plaatselijke verdoving. De plastische chirurg tekent vlak voor de operatie het te corrigeren gebied af. Daarna volgt de lokale verdoving. Via kleine sneetjes op onopvallende plaatsen (bijvoorbeeld in de huidplooien) spuit de chirurg een vloeistof in het te opereren gebied. Deze vloeistof vergemakkelijkt het wegzuigen van de vetcellen en vermindert het bloedverlies. Als de vloeistof is ingewerkt, brengt de chirurg een zuigbuis in via de sneetjes in de huid. De zuigbuis is aangesloten op een krachtige pomp waarmee het overtollige vetweefsel wordt weggezogen.
Zodra voldoende vet is weggezogen worden de sneetjes gehecht. Een enkele keer blijft er een drain achter om overtollig wondvocht af te laten vloeien. Deze wordt na een of twee dagen verwijderd. Een week na de operatie worden de hechtingen verwijderd. Liposuctie laat nauwelijks littekens achter. Op de plekken waar de zuigbuisjes zijn ingebracht ontstaan littekens. Deze zijn echter heel klein en onopvallend.
Resultaat
Na de operatie dien je een aantal weken drukkleding te dragen om de huid goed op de onderlaag te laten verkleven en het herstelproces te bevorderen. Tot enkele weken na de operatie kun je last hebben van pijnlijke bloeduitstortingen, een gezwollen huid en een beurs gevoel. Ook kan je last hebben van restzwellingen en soms verhardingen. Een enkele keer is de huid tijdelijk gevoelloos. Dit zijn normale verschijnselen die vanzelf verdwijnen.
Na de behandeling zie je direct al resultaat. Je armen zijn slanker, maar het duurt nog een aantal maanden voordat het definitieve resultaat zichtbaar is.